De gedachte achter de CO2-heffing is dat hierdoor de CO2-uitstoot wordt verminderd, zodat er minder opwarming van de aarde plaatsvindt. Het voorstel om deze maatregel te nemen is gebaseerd op drie aannames:
1. de uitstoot van CO2 wordt verminderd
2. er is sprake van opwarming van de aarde
3. de opwarming van de aarde wordt uitsluitend of in aanzienlijke mate veroorzaakt door de CO2-uitstoot
Indien één van deze aannames onjuist is, dan vervalt elke grond voor het instellen van een CO2-heffing. Logisch gezien dan.
Inconsequente redenering
Het idee van de heffing op CO2-uitstoot is gebaseerd op het feit dat CO2 een broeikasgas is. Deze op zich juiste basis-aanname zou bij een consequente redenering gepaard moeten gaan met heffingen op andere broeikasgassen, zoals methaan (met een 30x sterkere broeikaswerking) en N2O (met een 300x sterkere broeikaswerking), én met heffingen op uitgestoten stoffen die leiden tot de uitstoot van N2O, zoals bijvoorbeeld NOx.
Het wordt nog gekker als men weet dat waterdamp ook een broeikasgas is.
Gelet op de gedane klimaatonderzoeksinspanningen (wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerde ‘studies’) is het zeer onwaarschijnlijk dat er nog een dergelijke uitgebreide langdurige excercitie op dit gebied zal plaatsvinden. Al dit onderzoek is gefinancierd door overheden, deze gaan heus hun scientific communities niet afvallen, als ook maar de kans bestaat dat de eerder gifancierde theoriën onjuist zouden kunnen zijn.
Daar staat tegenover dat met een stel goede onderzoeksvragen en -methoden deze kwestie in tamelijk korte tijd afgerond kan worden. Er is daarvoor dus een andere entiteit nodig dan een bestaand instituut.
Andere factoren niet meegenomen
Als andere factoren, die bijdragen tot nadelige effecten voor het milieu buiten de orde worden geplaatst, dan zal een CO2-heffing niet of nauwelijks bijdragen tot het gewenste resultaat. Het gaat hier bijvoorbeeld om NOx en het daaruit ontstane broeikasgas N2O. Naar mijn inzichten is NOx, dat eveneens als CO2 bij de verbranding vrijkomt, een veel schadelijkere component. Zie https://www.science-in-water.com/Nederlands/vermindering-nox.html en https://www.science-in-water.com/Nederlands/bronnen-van-n2o-lachgas-oftewel-begrijpen-wat-er-in-het-milieu-gaande-is.html
Een CO2-heffing zal, indien mijn stelling juist is, alleen bijdragen tot een beter milieu of de veronderstelde opwarming van de aarde tegengaan, indien een vermindering van de CO2-uitstoot samengaat met een vermindering van de uitstoot van NOx. Technisch is het goed mogelijk om het ontstaan van NOx bij verbrandingsprocessen te verlagen. Ook is het technisch goed mogelijk om het bij de verbranding vrijkomende NOx te verwijderen. De op deze wijze geproduceerde nitraten kunnen als kunstmest benut worden. Dit levert bijvoorbeeld bij elektriciteitscentrales een extra bron van inkomsten op, waardoor deze in potentie zeer effectieve maatregel zichzelf geheel of gedeeltelijk terugbetaalt. Opgemerkt moet worden dat dit bij kolencentrales enkele complicaties met zich meebrengt vanwege het vrijkomen van metalen (bijvoorbeeld ijzer, mangaan, diverse zware metalen).
Tot slot, er zijn nog geheel andere methoden te bedenken, waarmee voorkomen wordt dat NOx-emissies ontstaan en/of schade aanrichten. Deze zijn allemaal kansloos, zolang prestige, macht en geld, de gang van zaken bij overheidsonderzoekinstituten blijven bepalen. Ook hier is er dus een noodzaak tot vernieuwing buiten de gevestigde orde.
Uitstoot van CO2 wordt niet verminderd
Door De Nederlandse Bank en andere organisaties wordt gesteld dat de economie niet of nauwelijks negatieve gevolgen zal ondervinden van een CO2-heffing. Dit wijst erop dat de door deze heffing hogere kosten gewoon doorberekend zullen worden in de afzetprijzen. Zelfs bij een heffing van € 40 per ton CO2 gaat het voor verreweg de meeste producten om een geringe prijsstijging per eenheid eindproduct. De sector die het meest de gevolgen van een CO2-heffing zal ondervinden, is de bouwsector. Daaronder valt overigens ook de isolatiebranche.
Tot heden is de uitstoot van CO2 ondanks de maatregelen niet verminderd. Wel is de stijging van de CO2-uitstoot, althans in Nederland, tot stilstand gekomen, ondanks het stijgende elektriciteitsgebruik. Dit is het gevolg van de toegenomen productie van energie uit zon en wind.
In tegendeel, de prognoses zijn dat de wereldwijde uitstoot van CO2 nog verder zal stijgen als gevolg van het in gebruik nemen van nieuwe elektriciteitscentrales, alsook de toename van het (vlieg)verkeer. Van een CO2-heffing is derhalve geen daadwerkelijke vermindering van de CO2-uitstoot te verwachten. De optie ‘CO2-opslag’ betekent, strikt genomen, natuurlijk niet dat de CO2-uitstoot vermindert. CO2-opslag is macro-economisch gezien nadelig, het levert geen enkel rendement.
Opwarming van de aarde
Het is op zijn minst onduidelijk of de aarde werkelijk opwarmt, en zo ja hoeveel. De aan opwarming toegeschreven effecten, zoals het afnemen van het oppervlak van de noodpool en kleiner wordende gletsjers kunnen ook het gevolg zijn van verminderde neerslag. De eveneens aan opwarming toegeschreven toename van zware regenval en droogtes kunnen ook door andere zaken dan verhoogde temperaturen van het zeewater verklaard worden, bijvoorbeeld door veranderde lucht- en zeestromen. En dan is het belangrijk precies te weten wat daar dan weer de drijvende kracht van is.
De complexiteit van deze hele materie kan niet met behulp van wetenschappelijke methodes tot een ondubbelzinnig wetenschappelijk resultaat (konklusie) leiden, aangezien de weging van alle van belang zijnde factoren een kwestie van interpretatie – door de mens – is. Probleem is ook dat sommige onderdelen van de vele klimaatonderzoeken en onderzoeken die daarop betrekking hebben, beter en/of nauwkeuriger zijn onderzocht dan andere onderdelen en/of de resultaten minder onzekerheden bevatten. De weging is een politieke zaak, wetenschappers die zich hiermee bezig houden zijn onbetrouwbaar.
Waardering ‘klimaatonderzoek’
Vanuit mijn vak bezien, steeds meer inhoudende het bezien en beoordelen van de betrouwbaarheid en waardebepaling van wetenschappelijk onderzoek, heb ik zeer grote twijfel of wel enige objectieve waarde aan het totale klimaatonderzoek kan worden toegekend. Dit klimaatonderzoek zegt alleen iets over het verleden, over zaken die al gebeurd zijn. Anders kun je ze namelijk niet meten, niet vaststellen. Met andere woorden, we willen iets weten dat in de toekomst ligt. Daarover kan de wetenschap helemaal niets zeggen. Er is m.i. sprake van een unieke situatie dat de wetenschappelijke wereld iets claimt (in Nederland vertegenwoordigd door de KNAW), dat niet tot haar domein behoort.
Voorspellingen
Natuurlijk kan men wel voorspellingen aan de hand van beschikbare gegevens uit wetenschappelijk onderzoek en ander onderzoek. We mogen vaststellen dat uit het klimaatonderzoek bepaalde konklusies zijn getrokken, die hebben geleid tot het voornemen om bepaalde maatregelen te nemen. Of deze maatregelen ook daadwerkelijk genomen worden hangt af van het vermogen van de Decision Making Unit (DMU). Zie verderop.
Klimaatakkoord
De CO2-heffing is een onderdeel van het klimaatakkoord. Dit akkoord bestaat op haar beurt uit een groot aantal maatregelen, het zijn in wezen de specificaties voor de maatregelen die in een ingewikkeld proces van besluitvorming genomen zouden moeten worden door een uitzonderlijk groot aantal organisaties en personen.
Het klimaatakkoord gaat helemaal niet meer om het klimaat, het is het resultaat van een economisch onderhandelingsproces. Het bijzondere hierbij is dat elke Nederlander indirect op meerdere manieren via deze organisaties vertegenwoordigd is. De tegenstelling natuur- en milieuorganisaties versus de vele economische sectoren (bijvoorbeeld landbouw, vervoer/luchtvaart, industrie, enz.) met al die ‘klimaattafels’ wordt in stand gehouden, met name omdat deze natuur- en milieuorganisaties nog steeds denken dat de problemen door de overheid of ‘de regering’ opgelost kunnen worden. Dat komt onder andere omdat natuur- en milieubeschermingsbeleid voor 99% onder de overheid valt en men weigert te erkennen dat ook onder de overheid vallende activiteiten voor ernstige vervuiling zorgen, bijvoorbeeld de gebrekkige waterzuivering.
Klimaatwet
Het klimaatakkoord is een uitwerking van de Klimaatwet, waarin staat dat de CO2-uitstoot op termijn zeer aanzienlijk moet worden teruggebracht. Strikt genomen kan de CO2-heffing alleen onder de klimaatwet vallen, als deze aantoonbaar leidt tot vermindering van de CO2-uitstoot conform de wet. Wanneer niet aannemelijk gemaakt kan worden dat de CO2-heffing leidt tot reductie van de CO2-uitstoot, en wil men deze maatregel toch doorvoeren, dan zal de hele klimaatwet buiten werking gesteld moeten worden of moet deze wet aangepast worden.
Rol van EU
Er moet hoe dan ook een besluit genomen over de CO2-heffing, oftewel wordt deze wel of niet ingevoerd. Dan is het belangrijk te beseffen dat er eigenlijk al CO2-heffingen bestaan, al worden die niet zo genoemd. Dat zijn de energieheffing voor particulieren en een zeer bescheiden heffing op EU-niveau.
Een CO2-heffing in afzonderlijke landen, zoals in Nederland, is niet bepaald europees gedacht. Dit gegeven maakt het onwaarschijnlijk dat een CO2-heffing het gaat halen. Ook de mogelijkheid van interventie (overruling) vanuit Brussel valt niet uit te sluiten, bijvoorbeeld in verband met concurrentieregels.
Waardebepaling
De maatregelen van het klimaatakkoord vertegenwoordigen een bepaalde waarde, bestaande uit investeringen en de zogenaamde toekomstwaarde. De investeringen doen zich voor als economische activiteit. Al direct valt in te zien dat deze economische activiteit in de vorm van het produceren en installeren van isolatiematerialen, zonnepanelen, windmolens, warmtepompen, warmtenetten en extra kabels ook weer meer energie kost.
De toekomstwaarde bestaat uit het rendement op investeringen. Wat deze rendementen werkelijk zijn, en voor wie, is tamelijk onduidelijk. Bij zonnepanelen wordt het financiëel rendement voornamelijk bepaald door de hoogte van de energiebelasting en de BTW.
Waaruit bestaat de DMU?
In het bedrijfsleven en kleinere organisaties bestaat een Decision Making Unit uit een handjevol personen. Bij complexe organisaties is moeilijk vast te stellen wie nou eigenlijk bij het maken van beslissingen betrokken zijn. Zo’n troebele soep is er in het bijzonder bij het maken van wetgeving en het vaststellen van beleid. Aangezien wetgeving in het algemeen voornamelijk door langdurig vergaderen tot stand komt met allerlei mogelijkheden tot beïnvloeding is volstrekt onduidelijk hoe het beslissingsproces verloopt. In ieder geval is duidelijk dat door de betrokkenheid van vele partijen de lijst van specificaties eindeloos lang wordt en de uitvoering de facto onmogelijk. Bij het klimaatakkoord zien we dat allemaal langs komen.
Mijn konklusie is dat er helemaal geen aanwijsbare DMU is, ook niet met betrekking tot de CO2-heffing. Er kunnen geen besluiten worden genomen, uitgezonderd op onderdelen.
Impôt unique
Het idee van de CO2-heffing doet mij denken aan de impôt unique. Maar dan in een niet verder doordachte mate. Deze belasting had betrekking op de produktie van grond, zeg maar de landbouwproduktie, destijds (18e eeuw) de voornaamste economische activiteit. Het grote voordeel van zo’n enkele belasting is dat deze gemakkelijk geheven kan worden.
In de moderne maatschappij is energie de drijvende kracht achter elke economische activiteit. Een algemene energieheffing, die ingrijpt op de prijs van energie, zou het hedendaagse equivalent kunnen zijn. Een impôt unique d’energie zal hoog moeten zijn in het geval alle andere belastingen vervallen. De gevolgen hiervan zijn zeer groot, omdat daardoor alle verhoudingen totaal veranderen.
Op het oog lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat er zo’n algemene energieheffing komt, maar men moet bedenken dat het gebeuren in de energiesector in wezen maar door een zeer beperkt aantal partijen wordt bepaald. In wezen zijn dit de enige partijen, die wat betreft kennis, organisatie, capaciteit kunnen realiseren wat nodig is om de energieproductie op een voor het milieu aanvaarbare wijze te laten plaatsvinden.