De winkelwagen is leeg

Als er één sector is waar het overheidsbeleid overduidelijk faalt, dan is het wel in de wereld van het waterkwaliteitsbeheer. Door de combinatie van gebrek aan innovatiekracht en het wegsijpelen van geld naar zaken die de waterschappen zelf bepalen krijgt de burger niet waarvoor deze betaalt. Met de waterschapsverkiezingen op komst is het goed om hier op te wijzen. De burger moet er sowieso rekening mee houden, dat de waterbelastingen de komende jaren flink zullen stijgen (3,5% per jaar), met name voor de afdracht aan het Rijk, dus ook hier een verborgen belastingsverhoging. De waterschapsverkiezingen zijn indertijd ingevoerd om de waterschappen een democratisch sausje te geven. Zelf twijfel ik ernstig of ik aan deze legitimering mee zal doen.

Als het beheer van de waterkwaliteit ontoereikend is, dan heeft dit grote gevolgen, niet alleen voor de natuur. Ook het al jaren gaandezijnde proces van de bodemdaling in veengebieden heeft hiermee te maken. Dat is namelijk zeker niet alleen een kwestie van kunstmatige verlaging van de grondwaterstanden.

 Wet- en regelgeving

Op zich bestaat er voor het waterkwaliteitsbeheer in principe voldoende wet- en regelgeving in EU-verband. Echter, vanwege een eigen interpretatie door de ambtenarij is de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater Nederland de laatste 10 jaar niet substantiëel verbeterd. Het is zeer waarschijnlijk dat ook de EU-wettelijk vastgelegde doelen voor 2027 bij ongewijzigd beleid bij lange na niet gehaald worden. Men kan, zoals bijvoorbeeld het waterschap Amstel, Gooi en Vecht doet, mooie kaartjes met toekomstbeelden maken, maar dat betekent niet dat deze ook bereikt worden. Er wordt namelijk niet beschreven op welke wijze dat zou moeten plaatsvinden. Om te verdoezelen en de verwarring te vergroten is men er in de wereld van de waterschappen toe overgegaan te beweren dat de waterkwaliteit voor elke groep gebruikers (natuur, recreatie, visserij, landbouw) anders is.

 Rioolwaterzuivering

In zijn algemeenheid kan men zeggen dat de zuivering van rioolafvalwater ver onder de maat is. Terwijl de burger het idee heeft dat dit goed gebeurt, komen in werkelijkheid nog steeds aanzienlijke hoeveelheden schadelijke stoffen vanuit de minstens 150 rioolzuiveringsinstallaties in het oppervlaktewater terecht (plastic deeltjes en medicijnresten zijn zeker niet de enige). Terwijl voor sommige stoffen wel aan de normen wordt voldaan, geldt dat niet voor stoffen waarvoor geen normen bestaan, ondanks de inspanningen.

Een paar jaar geleden heb ik met beroep op de Wet op het Openbaar Bestuur (WOB) gegevens over de waterzuivering bij alle waterschappen opgevraagd. Ongeveer de helft van de waterschappen had deze zaken goed op orde en verstrekte deze gegevens óf direct óf binnen enkele weken. De andere helft – dit waren de waterschappen in het westen van het land – verstrekte geen gegevens.

 Andere vervuiling

Naast deze vervuiling door afvalwater is er ook nog de vervuiling door alles wat uit de lucht aan verontreinigingen neerkomt, die uiteindelijk in het oppervlaktewater terecht komen. Hierop hebben de waterschappen nog geen antwoord gevonden. Het gaat hier in het bijzonder om grote hoeveelheden nitraten, die overigens eveneens in grote hoeveelheden uit de landbouw afkomstig zijn. Weliswaar wordt dit probleem al jaren erkend, ook op wereldschaal, maar dat betekent niet dat deze kwestie de vereiste prioriteit krijgt.

 Defosfateren

Om aan de tekortkomingen te voldoen zijn in de loop diverse methoden in zwang geraakt om de negatieve ontwikkelingen in de waternatuur tegen te gaan. De meest desastreuze hiervan is het vergaand defosfateren. Dit gebeurt op aanbevelingen en adviezen van WUR en NIOO. Een van de gevolgen hiervan is een fosfaattekort in veel oppervlaktewateren (met name in de zomer, doch tegenwoordig ook in andere seizoenen), per saldo is zonder fosfaat immers geen leven mogelijk. Het ambtelijk begrip hiervan is nul.

 Bodemdaling in veengebieden

In de veengebieden, met name die in het westen van het land, daalt de bodem, op sommige plaatsen met 2 – 3 cm per jaar. Met alle bekende gevolgen, zoals verzakking van huizen door wegrottende fundering. In de publieke berichtgeving wordt gesuggereerd dat dit uitsluitend komt door de kunstmatige verlaging van de grondwaterstand. Er wordt dan uitgelegd dat het veen en de houten palen aan luchtzuurstof worden blootgesteld, zodat deze oxideren. Er is echter ook nog sprake van andere factoren, namelijk de aanwezigheid van nitraten en mangaan. Alom is bekend dat het houtrottingsproces sterk bevorderd wordt door de activiteit van laccases, dit zijn lignine-afbrekende enzymen die door bepaalde schimmels geproduceerd worden. Dit enzym heeft voor diens activiteit mangaan nodig, een metaal dat altijd in de bodem aanwezig is. Onder optimale omstandigheden kan dit enzym in zeer korte tijd een stuk hout helemaal uiteen doen vallen (van dit principe wordt in industriële processen gebruik gemaakt). De rol van de nitraten is dat deze een belangrijke groeifactor zijn voor micro-organismen.

Tot slot

Bij de waterschappen geldt ‘droge voeten’ als hoogste prioriteit. Samen met de reeks andere taken en verplichtingen is het misschien ook logisch dat waterkwaliteit geen prioriteit heeft. De mens in de wereld van het beheer van de waterkwaliteit denkt in termen van normen, wetten en richtlijnen, de binding met de natuur is volkomen afwezig. In ieder geval kan gezegd worden dat de lijst van mislukte projecten op dit gebied in heel Nederland behoorlijk lang is, naast de diverse onzin-initiatieven, die budget verslinden ten koste van wat de bedoeling is. Het tijdperk van echt milieu-denken is in deze sector nog lang niet aangebroken.

Zelf heb ik nog wel in potentie nuttige en vooral ook niet zo kostbare zaken op de plank liggen, maar gelet op mijn eerdere ervaringen met het domein van het waterkwaliteitsbeheer heeft het weinig zin om die onder de aandacht te brengen.