Een belangrijk aanknopingspunt voor de desoriëntatie van de bijen is gelegen in de desintegratie van het ijzerhoudende magnetiet (Fe3+2Fe2+O4). Magnetiet komt in verschillende delen van het bijenlichaam voor, onder andere in de vorm van staafjes in de trophocyten. De aanwezigheid van magnetiet in bijen is beschreven in http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0000395
De hypothese is dat bijen zichmiddels deze magnetietstaafjes op het aardmagnetisch veld oriënteren. Er zijn ook proeven gedaan waarbij men andere metalen toevoegde, en vervolgens de magneetfunctie van deze staafjes verloren ging. Of bij de bijen ook het oriëntatievermogen verloren ging is niet onderzocht.
Het domein van de oriëntatie op het magnetisch veld is nogal ter discussie. Met name is nog niet helemaal duidelijk hoe de overdracht van magnetische veranderingen naar het neurologisch systeem in elkaar zit. De suggestie is gedaan dat veranderingen in het magnetisch veld elektrische signalen genereren, die neurologisch relevant zijn. In http://rsif.royalsocietypublishing.org/content/7/Suppl_2/S207.full wordt beschreven dat de magnetoreceptie samenhangt met het visuele waarnemingsvermogen van bijen.
Onderzoek naar de waarneming van het magnetisch veld wijst uit dat deze bij vogels in het oog plaatsvindt. http://www.wetenschap24.nl/programmas/labyrint/labyrint-tv/2013/maart/Het-zesde-zintuig.html