De winkelwagen is leeg

Soms kun je, door een reeks simpele proeven te doen, iets op het spoor komen en daarmee zelfs een lang bestaande (wetenschappelijke) theorie verwerpen. De eerste keer dat ik dat deed was ten tijde van mijn onderzoek naar de blauwalgproblematiek. De heersende theorie was dat blauwalgen ontstaan door teveel fosfaat. Deze theorie werd ‘bewezen’ door allerlei proefjes in het laboratorium (bijvoorbeeld bij WUR en de UvA) en door zeer grootschalige experimenten in meren in Canada.

Explosieve groei van blauwalg

Inderdaad kun je door fosfaat toe te dienen een explosieve groei van blauwalgen bewerkstelligen. Je kunt dat echter ook bereiken door iets anders toe te voegen. En je kunt het ontstaan van blauwalgen ook voorkómen. Dat alles heb ik op verschillende manieren zelf uitgetest. Bij WUR, de waterschappen en Rijkswaterstaat wilde men deze proeven niet (laten) uitvoeren.

Hoe het wetenschapsbedrijf reageerde

Ik heb een en ander met betrekking tot het bovenstaande destijds voorgelegd aan een zekere professor L. Mur van de UvA. Deze moest mijn gelijk toegeven, werd boos en weigerde vervolgens verder met mij te spreken. Ook een zekere professor Scheffer van WUR was niet bereid om eens om de tafel te gaan zitten. Hij beargumenteerde dit aan de hand van een vrij dom en onbenullig laboratoriumproefje, waarvan hij niet wilde vertellen hoe dat precies was uitgevoerd.

Desastreus beleid

Iedereen heeft natuurlijk het recht om zo te reageren, maar als men weet dat het handhaven van onjuiste theoriën over blauwalgen geleid heeft tot een desastreus en uitermate kostbaar beleid voor het ‘verbeteren’ van de ecologische kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater, dan mogen wel wat vraagtekens gezet worden bij het functioneren van het wetenschapsbedrijf. 

Het niet (willen) uitvoeren van bepaald onderzoek en experimenten is een van de perverse methoden die in het hedendaagse wetenschapsbedrijf worden gehanteerd om de eigen theoriën en positie te handhaven. Op die manier kunnen halve waarheden een eigen leven gaan leiden en lang blijven bestaan. De truc die hiervoor wordt toegepast is het scheppen van een beperkte zelf-gedefiniëerde wetenschappelijke ruimte. Daarbinnen kan iets waar zijn, maar daarbuiten niet. Dit is kort gezegd het maatschappelijk drama van tal van zaken, die met milieu, voeding en gezondheid te maken hebben.

Waarom schrijf ik dit nu?

Er is namelijk analoog aan het voorgaande sprake van ernstige misvattingen over de reden waarom er bepaalde invasieve exoten zijn, waarvan sommigen grote overlast geven. Het  gaat bijvoorbeeld om bepaalde (water)planten, insecten, amfibiën en andere dieren. Ik acht de kans groot dat op basis van gebrekkig onderzoek opnieuw allerlei onzinnige ‘aanbevelingen’ worden gedaan om ‘exoten’ te bestrijden.

Dat hebben we al eerder meegemaakt, namelijk met de varroamijt (ook een ‘exoot’), die voorkomt bij bijen en ‘aanbevolen door WUR’ bestreden moet worden. Pikant is hier bovendien dat een van de aanbevolen bestrijdingsmethoden juist tot meer varroamijten leidt en dat de bijenhouderij op het verkeerde been is gezet.

Schade door verkeerde wetenschappelijke theoriën

Inmiddels ben ik nog veel meer zaken op het spoor gekomen, waarbij de handhaving van verkeerde wetenschappelijke theoriën grote schade veroorzaakt. Zo is de explosie van de onvrede over de gang van zaken rondom de Oostvaardersplassen is in wezen ook het gevolg daarvan, in casu van de ‘adviezen’ van een zekere professor Berendse van WUR en professor Olff van RU Groningen. Prof. Berendse moest toegeven dat het project van de Oostvaardersplassen mislukt is. Wel een beetje laf om dat pas te doen als je met emeritaat bent.