Wat de commissie Remkes (adviescollege stikstofproblematiek) gaat bedenken kan ik niet voorspellen, maar als je naar de samenstelling van de commissie stikstofproblematiek kijkt, belooft dat weinig goeds voor het milieu, met onder andere 3 leden uit het Wageningen-circuit. Het is ook de vraag op welke cijfers en andere gegevens deze commissie zich gaat baseren. En of zij de zaak gaan afbakenen naar Natura 2000 gebieden ‘die zo’n last hebben van de stikstof’.
Natura 2000 gebieden
Voor Natura 2000 gebieden geldt dat de stikstofdepositie niet hoger mag zijn dan 2400 mol per hectare, de zogeheten Kritische Depositie Waarde. Deze molariteit heeft betrekking op pure stikstof (N). Dat komt overeen met 2400 * 0,014 = 37 kg N per hectare, oftewel meer dan de helft wat een akkerbouwer aan stikstofkunstmest toedient in de aardappelteelt.
Als volgens de gegevens van het RIVM/PBL de depositie als gevolg van het autoverkeer al op het niveau van gemiddeld (over heel Nederland) op 20 kg N per hectare ligt en er ook nog depositie uit andere bronnen is (industrie, luchtvaart, veehouderij, uit het buitenland), dan ligt de depositie bijna zeker overal boven het kritische niveau van 37 kg./ha. Oftewel het beschermen van N2000-gebieden door locaal of regionaal iets aan deze problematiek te doen zal niet daadwerkelijk helpen om in deze gebieden ‘de natuur te herstellen’ of ‘om de ‘de biodiversiteit te bevorderen’. Ecologen denken natuurlijk van wel, gelet op alle onzinnige projecten die ze steeds verzinnen.
Niveau van stikstofdepositie
Zelf schatte ik eerder dat de stikstofdepositie op basis van diverse gegevens op gemiddeld 40 – 60 kg per hectare ligt. Andere gegevens (over de uitstoot) wijzen op veel hogere waarden. Uit het oogpunt van stikstofbemesting is heel Nederland eigenlijk boerenland, inclusief nog wat plukjes biologische landbouw, die de bemesting voor het goed laten groeien van de plantjes ook uit de lucht krijgen.
Alle natuurgebieden
Voor overige natuurgebieden bestaat geen kritische depositiewaarde, evenmin als voor groenzones bij steden, parken, wegbermen, enz. Er is alle reden om alle natuur en semi-natuur te vrijwaren van deze milieuvervuiling via de lucht. Technisch goed mogelijk, bestuurlijk niet, aangezien we net zoals op tal van andere terreinen ook hier beland zijn bij het eind van de mogelijkheden.
Geld
Als er geld komt, dan wordt dit gebruikt voor de verdere expansie van de overheid, niet voor oplossingen. Want elke potentiële oplossing zal onderworpen aan een reeks van specificaties, waaraan elke potentiële oplossing niet kan voldoen. Zo is het ook gegaan met het Programma Aanpak Stikstof (PAS), waarin onder andere staat dat je moet zorgen voor meer ‘doelsoorten’ (bedacht door ecologen in overheidsdienst).
Verlagen maximumsnelheid
Het voorlopige advies voor de korte termijn is om de maximumsnelheid te verlagen en ‘de veestapel drastisch in te krimpen’. Het verlagen van de maximumsnelheid is het meest effectief als deze op snelwegen tot 80 – 90 km verlaagd wordt en tot 60 km op andere wegen. Elk ander voorstel voor de snelheid in deze is een halve maatregel. De NOx-uitstoot door het verkeer zal hiermee iets dalen, maar dit zal in totaal te weinig effect hebben op het milieu omdat verreweg de meeste auto’s sowieso al niet met de maximum-snelheid rijden.
Een bijzonder prettige bijkomstigheid is eigenlijk dat bijna alle personenauto’s het grootste deel van de tijd stil staan, c.q. niet gebruikt worden. Het beleid zou erop gericht moeten zijn om autostilstand te bevorderen.
Motorrijtuigenbelasting afschaffen
Een misschien op het eerste gezicht niet zo’n effectieve maatregel is het afschaffen van de term ‘wegenbelasting’ en die voortaan ‘recht om te vervuilen’ te noemen. Zoiets zal een ‘bepaalde ongekende dynamiek’ teweeg brengen, met een reeks van oplossingen. Dan zou men wegen kunnen afsluiten, bijvoorbeeld de weg Hilversum – Vreeland, die dwars door een reeks Natura 2000 gebieden loopt.
Inkrimpen veestapel
Het drastisch inkrimpen van de veestapel heeft voor de korte termijn geen enkele betekenis. Het draait hier om het begrip drastisch. Voor de sector zelf is 10 – 20% al drastisch (bijvoorbeeld 1.700 tot 2.400 melkveebedrijven weg), voor een werkelijke reductie van de ammoniakuitstoot volgens een dergelijke saneringsmethode zou het moeten gaan om minstens 50%. Dat is onhaalbaar en zeer kostbaar.
Anomaliteiten
Er is echter een grote anomaliteit binnen dit thema. Volgens een uitgebreid rapport van WUR uit 2018 is de stikstofuitstoot van de totale landbouw in Nederland sinds 1990 al gehalveerd, ook in de intensieve veehouderij. Dit alles is echter gebaseerd op berekeningen en niet op metingen. En dat is nog maar een deel van de manipulatie onder het motto ‘de landbouwsector heeft al heel veel gedaan om de stikstofuitstoot te verminderen’.
Een tweede punt van manipulatie bestaat uit een systematische fout. Die heeft te maken met het fijnstof en andere deeltjes in de lucht. Deze absorberen namelijk stikstofverbindingen, en die worden dan niet onder de noemer NH3 of NO2 geschaard.
Oplossingen
Er zijn tal van oplossingen voor de intensieve veehouderij, ik heb er zelf al 7 op de plank liggen, en dat zullen heus niet de enige potentiële oplossingen zijn.